Onder meisjes in Nederland vond tussen 2017 en 2021 een ongekende daling in mentale gezondheid plaats. Dat blijkt uit het in september uitgekomen Health Behaviour in School-aged Children (HBSC)-rapport. Gonneke Stevens, projectleider van het HBSC-onderzoek bespreekt voor ons de twee belangrijkste verklaringen. Daar hoort het gebruik van sociale media opvallend genoeg niet bij.
In het HBSC-rapport worden de resultaten gepresenteerd van 20 jaar onderzoek naar het welzijn en de gezondheid van jongeren in Nederland. Het onderzoek is nationaal representatief voor jongeren in de leeftijd van 11-16 jaar in het regulier basisonderwijs en het voortgezet onderwijs
Resultaten in het kort
Tussen 2017 en 2021 is het percentage meisjes in het voortgezet onderwijs met emotionele problemen gestegen van 28 naar 43%. Onder meisjes uit groep 8 nam dit in deze periode toe van 14 naar 33%. Ook op andere gebieden is er reden tot zorg.Meisjes rapporteren in 2021 niet alleen veel meer emotionele problemen dan vier jaar eerder, maar ook meer gedragsproblemen en hyperactiviteit/aandachtsproblemen. Ook onder jongens is de mentale gezondheid gedaald. Zo is het cijfer dat zowel meisjes als jongens voor hun leven geven, nog nooit zo laag geweest als in 2021: gemiddeld 7,1. Terwijl dit cijfer in eerdere jaren ruim 7,5, en in 2001 zelfs een 8 was. Toch staat de omvang van de daling in mentale gezondheid onder jongens in geen verhouding tot die onder meisjes.
Volgens Gonneke Stevens, Universitair Hoofddocent bij Interdisciplinaire Sociale Wetenschap aan de Universiteit Utrecht en projectleider van het Nederlandse HBSC-onderzoek, is de toegenomen druk door schoolwerk een belangrijke verklaring hiervoor. Daarnaast zijn meisjes in het voortgezet onderwijs minder positief over hun sociale relaties.
Verklaring 1: druk door schoolwerk sterk toegenomen
Tussen 2001 en 2021 is het percentage jongeren dat druk door schoolwerk ervaart ongeveer verdrievoudigd. Onder leerlingen in het voortgezet onderwijs is er sprake van een stijging van 16 naar 45 procent. Deze stijging vond met name vanaf 2009 plaats en is vooral tussen 2017 en 2021 omvangrijk. Het is zeer aannemelijk dat deze stijging in druk door schoolwerk, die sterker is onder meisjes dan onder jongens, een belangrijke verklaring is voor de daling in mentale gezondheid tussen 2017 en 2021. Eerder onderzoek heeft namelijk aangetoond dat druk door schoolwerk sterk samenhangt met mentale problemen (De Looze e.a., 2020).
De stijging in druk door schoolwerk vanaf 2009 is waarschijnlijk een gevolg van het toegenomen belang dat door jongeren, hun ouders en de maatschappij in het algemeen gehecht wordt aan het behalen van een zo hoog mogelijk opleidingsniveau en het zo goed mogelijk presteren op school; een fenomeen dat eerder al is betiteld als ‘het einde van de zesjescultuur in Nederland’. Dat blijkt ook uit het feit dat steeds meer jongeren kiezen voor een hoger schoolniveau: het percentage leerlingen op het VWO en de HAVO is toegenomen de laatste jaren, terwijl het curriculum niet vereenvoudigd is (CBS, 2022; Ministerie van OC&W, 2018). Bovendien is het bedrag dat huishoudens uitgeven aan huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining voor schoolgaande kinderen tussen 2010 en 2019 ruim verdriedubbeld van 93 naar 290 miljoen (CBS, 2021), wat het toenemende belang van zo hoog mogelijk presteren lijkt te onderstrepen. Ook de onderwijsachterstanden en motivatieproblemen onder leerlingen die zijn ontstaan tijdens de coronacrisis, hebben er waarschijnlijk aan bijgedragen dat jongeren in 2021 meer druk door schoolwerk ervaren dan in 2017. Juist wanneer leerlingen (en hun ouders) het heel belangrijk vinden om goed te presteren op school, maar hun onderwijsresultaten achterblijven vanwege onderwijsachterstanden en motivatieproblemen, is het logisch dat de druk door schoolwerk toeneemt.
Verklaring 2: sociale relaties wat minder positief
Nederlandse jongeren vielen vanaf de eerste meting in 2001 op door hun zeer positieve oordeel over sociale relaties met hun ouders, klasgenoten en vrienden. In 2021 is dit over het algemeen nog steeds zo. Toch zijn, met name onder meisjes in het voortgezet onderwijs, sociale relaties tussen 2017 en 2021 wat minder positief geworden, hetgeen vermoedelijk te maken heeft met de coronacrisis. Zo is onder deze groep het percentage dat veel steun van vrienden ervaart gedaald (van 75 naar 64%). Ook het percentage meisjes dat een (heel) goede sfeer ervaart tussen klasgenoten is gedaald van 83 procent in 2017 naar 77 procent in 2021. Het is mogelijk dat jongeren door de lange periodes van schoolsluitingen en beperkingen in sociale contacten vanwege de coronacrisis minder goed weten hoe zij zich moeten gedragen op school en hun sociale vaardigheden achteruit zijn gegaan (Putters, 2022; Van Aalderen, 2021). Online pesten is eveneens toegenomen in de afgelopen vier jaar, alhoewel dit nog steeds relatief weinig voorkomt. Voor meisjes op de basisschool is het percentage dat aangeeft vaak online gepest te worden tussen 2017 en 2021 bijvoorbeeld gestegen van 1 naar 6 procent. Omdat problemen met leeftijdsgenoten, vooral voor meisjes, behoren tot de belangrijkste stressbronnen van jongeren (De Looze e.a., 2020; Núñez-Regueiro & Núñez-Regueiro, 2021), is het aannemelijk dat deze daling in sociale relaties heeft bijgedragen aan de daling in mentale gezondheid onder meisjes tussen 2017 en 2021.
Opvallend: sociale media geen oorzaak van daling in mentale gezondheid
Sociale media lijken geen rol te hebben gespeeld in de daling in mentale gezondheid tussen 2017 en 2021 onder Nederlandse meisjes. Verschillende onderzoeken hebben namelijk laten zien dat jongeren die veel tijd besteden aan sociale media niet per se ongelukkiger zijn of meer mentale problemen hebben. Ons en ander onderzoek laat wél consistent zien dat problematisch socialemediagebruik bijdraagt aan een verminderde mentale gezondheid (Boer e.a., 2020; Boer e.a., 2021). Hiervan is sprake wanneer er meerdere symptomen zijn van verslaving, zoals controleverlies over het socialemediagebruik of wanneer het gebruik regelmatig negatieve gevolgen heeft voor belangrijke levensdomeinen. Het percentage meisjes in het voortgezet onderwijs en op de basisschool dat problematisch socialemediagebruik rapporteert is tussen 2017 en 2021 echter slechts licht toegenomen (van 5 naar 7%) en kan daarmee de zorgwekkende daling in mentale gezondheid onder meisjes in diezelfde periode niet verklaren.
Het HBSC-onderzoek wordt sinds 2001 elke vier jaar uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Voor het gehele HBSC-rapport en het HBSC-magazine zie: https://hbscnederland.nl/nieuw-nederlands-rapport/ en https://hbscnederland.nl/bladerboek/
Referenties:
Boer, M., Stevens, G. W. J. M., Finkenauer, C., De Looze, M. E., & Van den Eijnden, R. J. J. M. (2021). Social media use intensity, social media use problems, and mental health among adolescents: Investigating directionality and mediating processes. Computers in Human Behavior, 116, 106645.
Boer, M., Van den Eijnden R. J. J. M., Boniel-Nissim, M., Wong, S., Inchley, J., Badura, P., Craig, W. M., Gobina, I., Kleszczewska, D., Klanšček, H. J., & Stevens, G. W. J. M. (2020). Adolescents’ intense and problematic social media use and their wellbeing in 29 countries. Journal of Adolescent Health, 66(6), S89-S99.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2021, 11 maart). Uitgaven van huishoudens aan onderwijsondersteuning. Geraadpleegd van https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2021/10/ uitgaven-van-huishoudens-aan-onderwijsondersteuning
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2022, 7 juli). Leerlingen en studenten; onderwijssoort. Geraadpleegd van https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/71450ned/ table?dl=6B74C
De Looze, M. E., Cosma, A. P., Vollebergh, W. A. M., Duinhof, E. L., De Roos, S. A., Van Dorsselaer, S. A. F. M., Van Bon-Martens, M. J. H., Vonk, R. & Stevens, G. W. J. M. (2020). Trends over time in adolescent emotional wellbeing in the Netherlands, 2005-2017: Links with perceived schoolwork pressure, parent-adolescent communication and bullying victimization. Journal of Youth and Adolescence, 49(10), 2124-2135.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) (2018). Toekomstgericht curriculum. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/toekomst-onderwijs/ toekomstgericht-curriculum.
Núñez-Regueiro, F., & Núñez-Regueiro, S. (2021). Identifying salient stressors of adolescence: A systematic review and content analysis. Journal of Youth and Adolescence, 50(12), 2533–2556.
Putters, K. (2022, 9 juni). Brief Platform Perspectief Jongeren aan minister Wiersma [Adviesbrief]. Geraadpleegd van https://www.nponderwijs.nl/documenten/publicaties/2022/06/16/briefppj-aan-minister
Van Aalderen (2021, 25 november). Opinie: Sluit de scholen niet, want leerlingen missen veel meer dan alleen lesstof. Volkskrant. Geraadpleegd van https://www.volkskrant.nl/cs-bcbcd582