Vlak voor het uitbreken van de coronacrisis sprak Reinhilde Pulinx een aantal leerlingen in etnisch diverse scholen over de saamhorigheid in hun klas. Reinhilde is onderzoeker bij ‘Sociale cohesie in de klas’, een van de onderzoeksprogramma’s van het startimpulsproject ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’.
In een cohesieve school zijn leerlingen ‘wederzijds tolerant’, zoals dat heet. In de gesprekken met Reinhilde deelden ze zowel zorgen over tolerantie als de kracht van de aanwezigheid van verschillende culturen.
Licht racistisch
Een leerling vertelde: ‘Het is inderdaad een prima klas. Maar er zijn wel een paar dingen die ik persoonlijk veel irritanter vindt dan andere kinderen. Ok, misschien is het omdat mijn humor zo niet is, maar vaak worden er grappen gemaakt die ik licht racistisch vind. En ik kan tegen een grapje, maar vaak vind ik die dingen iets erger dan het voor een ander klinkt.’
Kracht
Een andere leerling vertelt hoe de aanwezigheid van verschillende culturen een kracht van de school is: ‘Ik denk de verschillende culturen op deze school. Ik denk ook wel dat dat een voordeel is. Dat je andere culturen leert kennen. Gewoon samen met elkaar in de klas zitten. Soms wordt er ook over gesproken. Er gebeurt iets in de les en dan zeg je: ‘Bij ons doen we het zo of in mijn cultuur gebeurt het zo.’
Reflectie
In de aankomende periode worden door het onderzoeksteam de interviews, observaties en vragenlijsten verder geanalyseerd. Reinhilde: ‘Na de zomervakantie kunnen de kinderen na een periode van beperkt contact door de coronamaatregelen gelukkig weer meer contact hebben. We gaan dan samen met de praktijkpartners een reflectietool ontwikkelen die in kan worden gezet om sociale cohesie in scholen te versterken.’