‘Parenting in times of refuge’
Als je veilige, stabiele bestaan plotseling ontwricht wordt door oorlog, zorgt dat voor blijvende schade. Je kunt nooit meer terug naar hoe het was. Hend Eltanamly (Universiteit Utrecht) onderzoekt de impact van die ontwrichting op gezinnen die moesten vluchten en met name op de opvoeding en ontwikkeling van de kinderen.
Lees hier de Engelstalige versie
Wat kies je, extra kleren of dat ene fotoalbum? De buggy meenemen, of houd je je dochtertje toch de hele reis dicht tegen je aan? Is dat wel het veiligst? En wat is veiligheid eigenlijk? Dat je met haar aan de oorlog wist te ontsnappen? Of dat ze geen trauma overhoudt aan wat je onderweg allemaal tegenkomt? Hoe voelt het voor de Oekraïense moeders en kinderen die nu aankomen op Amsterdam Centraal? Is dit het einde van een gruwelijke periode, of het begin van een nieuwe uitdaging? En wellicht een die lang niet alle ouders het hoofd weten te bieden?
Vluchteling word je niet van de ene op de andere dag. Het is een proces dat meerdere fases kent die allemaal verschillende ‘stressoren’ met zich meebrengen voor het hele gezin. De grootste stressoren voor een gevlucht gezin zijn zorgen over geld, bezittingen, van elkaar gescheiden worden en verlies van status. Maar het schadelijkst is nog wel de algemene onzekerheid: hoe ziet de toekomst eruit? Zien we elkaar nog terug? Precies dat maken nu de Oekraïense gezinnen mee waarvan de moeder met kinderen op de vlucht slaat en de vader achterblijft om te vechten. Moeders raken uitgeput, fysiek en emotioneel, wat er ook toe leidt dat ze voor hun kinderen weinig of geen geduld meer op kunnen brengen. Juist in een situatie waarin kinderen warmte, steun en geborgenheid nodig hebben.
Boothby e.a. (2006) vragen zich terecht af of het aanpassingsvermogen van ‘oorlogskinderen’ vooral beïnvloed wordt door blootstelling aan oorlogsgeweld of misschien ook door het gebrek aan steun en geborgenheid voor, tijdens en na die oorlog. Oorlogsgeweld veroorzaakt trauma’s, daarover bestaan geen misverstanden, maar het veroorzaakt ook nieuwe ‘stressoren’ en verergert al bestaande die ook weer schadelijk zijn voor het aanpassingsvermogen van kinderen.
Onderzoek onder gezinnen die een oorlog hebben meegemaakt, uit Afghanistan, Kroatië, Israël, Noord-Ierland, Palestina en Syrië, om er maar een paar te noemen, laat zien dat oorlogsgeweld an sich een directe schadelijke impact heeft op de ontwikkeling van kinderen. Het laat echter ook zien dat oorlog nog extra – indirecte – gevolgen heeft voor die ontwikkeling, omdat de interactie tussen ouder en kind verslechtert. Uit een meta-analyse van wereldwijde data blijkt dat hoe meer ouders worden blootgesteld aan oorlogsgeweld, hoe minder zij in staat zijn hun kinderen warmte en geborgenheid te bieden en hoe ruwer en bestraffender zij met hun kinderen omgaan. Dit veroorzaakt bij kinderen een grotere kans op posttraumatische stressstoornissen, depressie, (sociale) angsten en gedragsproblemen.
We doen er goed aan ons te realiseren dat een warme en stabiele gezinssituatie dé belangrijkste beschermingsfactor is voor de vluchtelingenkinderen die in Nederland aankomen. Het belang van goede ondersteuning is niet te overschatten.
Dit kunnen we doen:
• Aandacht voor mentale gezondheid. Gevluchte ouders met kinderen vormen een kwetsbare groep. Ze hebben al allerlei tegenslagen doorstaan bij het vertrek uit hun thuisland en op hun reis naar Nederland. Eenmaal ergens ondergebracht worstelen ze met het aanpassen aan hun nieuwe omgeving en het leren van een nieuwe taal, terwijl ze vaak ook mentale gezondheidsklachten hebben. Aandacht voor die mentale gezondheid – en eventuele behandeling – is cruciaal. Op deze nieuwe website kunnen vluchtelingen informatie vinden over verschillende soorten ondersteuning, waaronder gratis geestelijke-gezondheidszorg. Hopelijk melden zoveel mogelijk gezondheidsprofessionals zich aan om zorg te bieden in talen die de Oekraïense kinderen begrijpen.
• Verminderen van dagelijkse stress. Ons onderzoek spitste zich toe op het dagelijks leven van vluchtelingen en de stressoren die zij daarin tegenkomen, zoals problemen met de taal. Deze dagelijkse stressoren hebben we 15 dagen lang, 10 keer per dag gemeten. We zagen dat, bovenop het alomtegenwoordige oorlogstrauma, de dagelijkse stress een negatief effect heeft op de ‘self-efficacy’ van ouders: het vertrouwen dat ze hebben in hun eigen vermogen om hun kinderen succesvol op te voeden. Ook het vermogen van ouders om hun pubers ruimte en autonomie te geven vermindert sterk, omdat ze moeite hebben met luisteren naar hun pubers, slecht in staat zijn zich in hen te verplaatsen en hen geen eigen beslissingen durven te laten nemen.
• Ondersteuning bij het opvoeden. Ouders hebben opvoedondersteuning nodig om hun kinderen meer warmte te kunnen bieden en om hun bestraffende, strenge houding te verminderen in de verschillende fases van het vluchtproces (zowel in de oorlogssituatie als daarbuiten: tijdens de vlucht of in een opvangsituatie). Kinderen zouden er ook bij gebaat zijn als hun ouders ondersteund worden in het houden van toezicht, vooral in opvangkampen.
• Kracht-aanpak. Als ze zich uiteindelijk ergens vestigen, kampen gezinnen vaak nog lang met het verlies van status en het feit dat ze vooral als vluchteling gezien worden. Het is belangrijk om in gesprekken goed te luisteren en in feedback te focussen op kwaliteiten en sterke eigenschappen. Kijk naar de mens achter de vluchteling, luister naar hun ervaringen en successen. Parafraseer en geef dat aan ze terug. Dat is een beproefde methode om hun veerkracht te bevorderen.
• Leraren. Jullie rol is van vitaal belang. Een luisterend oor bieden, zorgen dat gevluchte kinderen in de groep opgenomen worden, hun ervaringen en taal respecteren, dat alles zorgt ervoor dat ze zich welkom voelen en zich kunnen hechten aan hun nieuwe thuis.
Er is helaas niet één aanpak of methode om de stress bij gevluchte ouders en kinderen te verminderen. Het devies is: alle beetjes helpen. Samen kunnen wij zorgen voor heel veel beetjes. Deze kinderen moeten hun land, hun school, hun buurt, hun vriendjes missen. Zij verdienen het dat wij er alles aan doen om hen weer een toekomst te geven.
Bronnen
Boothby, N., Strang, A., & Wessells, M. G. (2006). A world turned upside down: Social ecological approaches to children in war zones. Kumarian Press.
Eltanamly, H., Leijten, P., Jak, S., & Overbeek, G. (2021). Parenting in times of war: A meta-analysis and qualitative synthesis of war exposure, parenting, and child adjustment. Trauma, Violence, & Abuse, 22(1), 147–160. https://doi.org/10.1177/1524838019833001