Het leeuwendeel van de data is binnen bij onderzoeksproject ‘Sociale cohesie in de klas’. Maar met het online lesgeven erbij en werken vanuit thuis, gaat het analytische onderzoekswerk en het afstemmen met elkaar lastiger dan anders. De onderzoekers vragen zich intussen af of deze corona-tijd inderdaad meer saamhorigheid en sociale cohesie oplevert. Gert-Jan Veerman, Kylie Alink en Reinhilde Pulinx praten je bij.
Gert-Jan Veerman: ‘Onze onderzoeksactiviteiten staan onder druk. Als onderzoekers geven we ook les en het ombouwen van onze colleges naar online onderwijs vraagt tijd en energie. De vragenlijsten, observaties, interviews en meeste focusgroepen waren gelukkig net voor de crisis afgerond. Nog één focusgroep met een aantal middelbare scholieren moet plaatsvinden. Maar de onderzoeker die dat uitvoert, woont in Brussel en zit dus in een lockdown.’
Nog één focusgesprek
Die onderzoeker in de Brusselse lockdown is Reinhilde Pulinx: ‘Eén focusgesprek met leerlingen en een interview met de schoolleiding van één van beide scholen hebben we niet kunnen doen. Het gesprek met de schoolleiding kan online afgenomen worden, het focusgesprek met de leerlingen lijkt me nu niet haalbaar.’
Onderlinge afstemming
De onderzoekers laten weten dat de terugkoppeling van de resultaten naar de praktijkpartners prima digitaal kan. De analyse van de verzamelde data kan van thuis uit gebeuren en overleg binnen het team kan via mail en tele-vergaderingen. Kylie Alink geeft aan dat er voor haar op zich niet veel verandert: ‘Ik geef geen onderwijs en kan in principe alles vanuit huis doen. Wel merk ik dat onderlinge afstemming een stuk minder vanzelfsprekend is op afstand. Bij onze fysieke bijeenkomsten vond veel waardevolle afstemming plaats. Dat gaat online wel lastiger.’
Sociale cohesie is ineens actueel
Gert-Jan: ‘ Het thema sociale cohesie is nu ineens zeer actueel: sociale cohesie gaat immers over de mate van saamhorigheid. Volgens de media neemt die saamhorigheid nu toe. Het zou interessant zijn om dat te onderzoeken.’ Reinhilde vult aan: ‘Ik vraag me af op welke manier we van een situatie van social distancing naar social un-distancing gaan. Op welke manier zullen we – dus ook leerlingen en leerkrachten – met elkaar omgaan eens de scholen terug opengaan? Op welke manier zal deze gedeelde ervaring van social distancing onze sociale relaties en sociale omgangsvormen beïnvloeden?’