Menu
23 oktober 2020

Wat dragen bijles en weekendonderwijs bij aan jouw schoolloopbaan?

Verrijkend onderwijs van Stichting IMC Weekendschool lijkt jongeren uit een grootstedelijke context en met lagere onderwijsniveaus een beter toekomstperspectief te bieden. Ook leerlingen die andere soorten aanvullend onderwijs krijgen, zoals bijles of huiswerkbegeleiding lijken overwegend positief.  Daury Jansen, onderzoeker aan de UvA en Rochelle Helms, onderzoeker aan de HvA, delen de eerste resultaten van hun onderzoek naar aanvullend onderwijs.

De wereld van het aanvullend onderwijs is groot, zo bleek al eerder uit het landschap dat is uitgetekend door de onderzoekers van het onderzoeksprogramma Aanvullend Onderwijs van het startimpulsproject ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’ van de route Jeugd van de Nationale Wetenschapsagenda. Neem bijvoorbeeld het verschil tussen ondersteunend en verrijkend onderwijs. Daury Jansen sprak in Nederland met jongeren die  ondersteunend onderwijs krijgen, zoals bijles en huiswerkbegeleiding. En hij deed internationaal vergelijkend literatuuronderzoek. Rochelle Helms boog zich over de effecten van verrijkend weekendonderwijs in verschillende Nederlandse steden. Beiden delen hun eerste – voorzichtige – resultaten.

Verrijkend weekendonderwijs is een waardevolle investering in jongeren

Rochelle Helms (HvA) vat de conclusies van haar onderzoek als volgt samen: “Vrijwel alle alumni kijken positief terug op hun participatie aan weekendonderwijs. Jongeren uit een grootstedelijke context en jongeren met lagere onderwijsniveaus lijken er het meeste baat bij te hebben. En het positieve effect wordt alleen maar groter als er blijvend in deze jongeren wordt geïnvesteerd.” 

Rochelle onderzocht in deze retrospectieve studie in hoeverre het onderwijsverrijkende programma van Stichting IMC Weekendschool heeft bijgedragen aan de sociaal-emotionele ontwikkeling en het toekomstperspectief van de leerlingen. Daarvoor werden 194 alumni tussen de 15 en 30 jaar oud ondervraagd die van hun 10e tot hun 14op de weekendschool zaten. “Het gaat om leerlingen die van huis uit vaak minder kans hebben op een breder toekomstperspectief,” legt Rochelle uit.

Resultaten tonen aan dat alumni uit de G4 nóg positiever waren over de bijdrage van het programma aan hun sociaal-emotionele welzijn en toekomstperspectief dan participanten uit kleinere steden buiten de randstad. Rochelle: “Dit zou erop kunnen wijzen dat jongeren in een grootstedelijke context meer baat hebben bij onderwijsverrijkende programma’s.”

Daarnaast toonde het onderzoek aan dat leerlingen uit het vmbo positiever waren over de bijdrage van het onderwijsverrijkende programma ten opzichte van leerlingen van hogere middelbare onderwijsniveaus. “Ook dit kan wijzen op een sterkere behoefte bij leerlingen met lagere onderwijsniveaus,” licht Rochelle toe.

Stichting IMC Weekendschool begon in 1998 als eerste met deze vorm van onderwijs. Dit kreeg in Nederland én buitenland navolging. Na voltooiing van het onderwijsprogramma is er ook een alumniprogramma. Daar kunnen alumni verdere cursussen, scholing of coaching volgen en hun IMC-weekendschool-netwerk behouden en verbreden. Het onderzoek toont aan dat alumni die participeerden aan het actieve alumniprogramma, significant nóg positiever terugblikken op de bijdrage van het onderwijsprogramma van de weekendschool.

Binnenkort zijn de complete onderzoeksresultaten te lezen in ‘Benefits of an Out-of-School Time Program on Social-Emotional Learning among Underprivileged Adolescent Youth: A Retrospective Analysis’.

In gesprek met leerlingen die gebruikmaken van bijles en/of huiswerkbegeleiding

Daury Jansen (UvA) deed onderzoek naar ervaringen van leerlingen met ondersteunend onderwijs zoals (betaalde) bijles en huiswerkondersteuning. De Nederlandse scholieren (n=37) die Daury sprak voor zijn onderzoek, waren overwegend positief over de uren die zij doorbrengen bij een huiswerk- of bijlesinstituut: “Het is voor hen een stok achter de deur om het schoolwerk echt gedaan te krijgen. Het is voor de meesten een plek waar vreemde ogen dwingen, waar je echt aan de slag gaat. En ook voor bijles geven mijn respondenten aan dat het net dat duwtje in de rug is waar ze behoefte aan hebben. Een jongen zei ook: ‘Vrienden vragen wel eens of ik ook nog vrije tijd heb. Maar dit levert mij juist vrije tijd op.’”

Internationaal onderzoek onder leerlingen geeft geen eenduidig beeld van hoe zij tegen de extra (betaalde) ondersteuning aankijken. Daury: “In sommige landen, waaronder Zuid-Korea, geven leerlingen aan stress te ervaren door bijlessen of huiswerkbegeleiding. In andere landen, bijvoorbeeld Australië, zeggen leerlingen juist emotionele ondersteuning te krijgen van tutoren tijdens stressvolle periodes zoals een toetsweek. Dit beeld wordt ook bevestigd door kwantitatief onderzoek in Duitsland.”

Daury wijst op het belang van meer onderzoek naar de gevolgen van aanvullend onderwijs voor de schoolloopbanen van leerlingen met diverse onderwijs- en thuisachtergronden: “Daarbij moeten ook de ervaringen worden meegenomen van leerlingen die geen bijles of huiswerkbegeleiding krijgen.”

Binnenkort zijn de complete onderzoeksresultaten te lezen in ‘Jansen, D., Elffers, L., & Volman, M. M. L. (2020). A Place Between School and Home: Exploring the Place of Shadow Education in Students’ Academic Lives in the Netherlands.’