Menu
01 april 2023

Hoe kun je kinderen in hun thuistaal voorbereiden op het Nederlandse onderwijs?

Onderzoeker Erin Gail MacDonald met uitgevoerde opdracht door leerling en ouder

Onderzoeker Erin Gail MacDonald met uitgevoerde opdracht door leerling en ouder

Sommige ouders en verzorgers die niet Nederlandstalig zijn willen wel betrokken zijn bij het Nederlandstalige onderwijs van hun kinderen, maar weten niet goed hoe. Terwijl juist het gebruik van de thuistaal het gevoel van inclusie en de schoolprestaties kan bevorderen. Erin Gail MacDonald onderzoekt hoe ouders in de thuistaal hun kinderen kunnen voorbereiden op het Nederlandse onderwijs.

“Ouders en verzorgers kunnen wel degelijk betrokken zijn bij het onderwijs van hun meertalige kind,” betoogt Erin Gail MacDonald. Zij is promovendus aan de Universiteit Utrecht. Haar onderzoek is onderdeel van het grote Multi-STEM-project. Hierin worden meertalige strategieën, instrumenten en vaardigheden ontwikkeld die direct bij het leren van de STEM-vakken kunnen worden  toegepast (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Erin Gail: “Met deze strategieën kunnen niet alleen leerkrachten, maar ook ouders hun kinderen helpen beter te presteren én meer inclusie te ervaren.” 

Verbindingen leggen
Bij veel meertalige kinderen is hun kennis verspreid over verschillende talen. Als ze alleen hun ‘Nederlandse kennis’ gebruiken, worden ze volgens Erin Gail te veel beperkt. “Het doel van ons onderzoek is dat een kind zijn full potential kan bereiken. Dat niet alleen je Nederlandse kennis, maar ook je, bijvoorbeeld, Turkse of Poolse taalvaardigheid en kennis gebruikt wordt. Het gaat erom dat je momenten creëert waarop kinderen verbindingen kunnen leggen: ‘dit heb ik net met mama in het Pools gedaan en nu doen we hetzelfde in het Nederlands.’ Om die verbindingen gaat het. En dan niet alleen tussen de talen, maar ook tussen rekenen en taal, en tussen thuis en school.”  

Weinig verwachtingen
“Toen ik in de Verenigde Staten werkte zag ik het, maar ook hier in Nederland: leerkrachten hebben niet allemaal hoge verwachtingen van ouders en verzorgers die weinig Nederlands spreken. Er wordt vanuit gegaan dat het thuisfront het kind niet kan helpen. Dat is een misvatting.” 

“Je hebt sommige kennis al. Weliswaar in je thuistaal, maar het bestaat al in je hoofd.”

Wij bedenken activiteiten die ouders en verzorgers thuis kunnen doen, in de thuistaal, of in een mix van talen zelfs. Die ook aansluiten bij wat het kind op school leert. Zodat je iets wat je leert op school kunt plaatsen, omdat je daarmee thuis al bezig bent geweest. Weliswaar in je thuistaal, maar het bestaat dus al in je hoofd.”  

Betrokken 
Hoe krijg je het voor elkaar dat ouders en verzorgers aan dit onderzoek mee willen doen? Dat ze samen met de onderzoekers dit programma willen ontwikkelen? “Het is ook wel eens moeilijk hoor,” antwoordt Erin Gail. “Ik leer nog elke dag over hoe je ouders betrokken houdt. Wat enorm helpt, is dat we samenwerken met schoolbesturen en ouderorganisaties in ons consortium. Scholen die al bezig waren met ouderbetrokkenheid hadden wel interesse. Dan kun je dus bouwen op een basis die er al is. En zodra ouders zien dat ze hiermee de drempel voor rekenen voor hun kind lager leggen, werken ze graag mee. Op dit moment ben ik bezig op een school in Haarlem. In de tweede fase ga ik waarschijnlijk ook naar een school in Amsterdam. En hopelijk ook naar een nieuwkomersschool.” 

Samen ontwikkelen
Erin Gail heeft nu een aantal ‘vaste’ ouders met wie ze samenwerkt in dit ‘ontwerpgerichte implementatieonderzoek’. “Ik begin met een idee over een activiteit, op basis van een bestaande theorie. Daarover ga ik met ouders in gesprek. Samen ontwikkelen we het verder. 

“Ouders brengen hun ervaringen, wensen en behoeften mee. Zo maken we iets wat echt nuttig is.”

Elke twee weken zie ik die ouders en koppelen ze terug hoe de activiteit thuis uitpakt: ‘dit snapte ik niet’ of ‘dit vond mijn kind saai’. En ik krijg ook inhoudelijke feedback: dat een vakje beter 4cm kan zijn dan 3cm, omdat het dan makkelijker is om het eerlijk te verdelen. Dat pas ik dan aan. Ik breng de kennis uit de literatuur mee, over rekenbegrip bijvoorbeeld en de ouders brengen hun ervaringen, wensen en behoeften mee. Zo maken we iets wat echt nuttig en toepasbaar is.”

Rekenen en taal zijn niet gescheiden
“Wat ik steeds tegenkom: ouders die zeggen: ik kan niet rekenen. Dan doen we samen een activiteit en zien ze: ik kan wél rekenen. Hun beeld van rekenen is vrijwel altijd heel smal; dat het alleen om sommetjes zou gaan. Maar de vakgebieden rekenen en taal liggen heel dicht bij elkaar. Je bent altijd talig bezig met vormen, meten, inzicht, verhoudingen: ‘deze rechthoek is twee keer zo hoog als de driehoek’. 1/2 is gelijkwaardig aan 2/4, maar niet hetzelfde. Zonder de woorden kun je het rekenbegrip niet snappen.”

“Ik kan mijn kind wél helpen”
“Waar ik sta over drie-en-een-half jaar? Dan hoop ik dat zoveel mogelijk ouders, of ze het Nederlands nu wel of nog niet beheersen, betrokken kunnen zijn bij het onderwijs van hun kinderen. Dat ze thuis dingen kunnen doen om rekenen en taal te versterken. En vooral dat anderstalige ouders weten: ‘ook al beheers ik het Nederlands nog niet, ik kan mijn kind wél helpen.’”

Meer weten? 
Voor meer informatie over het deelproject ‘Home’ kunt u contact opnemen met Erin Gail MacDonald, e.g.macdonald@uu.nl.

Multi-STEM
Het onderzoek van Erin Gail is onderdeel van het Multi-STEM-project van de NWA-route Jeugd, onder leiding van Elma Blom (UU). In dit ontwerpgerichte onderzoek worden meertalige strategieën, instrumenten en vaardigheden ontwikkeld die direct bij het leren van de STEM-vakken kunnen worden toegepast (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Elma: “Deze strategieën helpen ouders, leerkrachten en wetenschapsmusea om participatie van meertalige kinderen te bevorderen. Hierdoor presteren kinderen beter en ervaren zij meer inclusie.” 

In dit artikel lees je meer over het Multi-STEM-project.

En hier vind je de project-website