Kinderen met mentale problemen die op het punt staan naar de middelbare school te gaan, moeten we extra goed in de gaten houden, zo blijkt uit recent onderzoek.* Deze kinderen lijken relatief kwetsbaar voor mentale gezondheidsproblemen op latere leeftijd,’ vertelt Symone Detmar van TNO, een van de projectleiders van het onderzoek. De onderzoekers gingen ook op zoek naar manieren om deze jongeren te bereiken.
*Dit driejarige onderzoeksprogramma is onderdeel van het project ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’ waarmee de route Jeugd van de Nationale Wetenschapsagenda ruim drie jaar geleden van start ging.
Dit onderzoek van de Nationale Wetenschapsagenda (route Jeugd) bestaat uit twee delen: het eerste deel – een groot kwantitatief onderzoek – ging over verschillende soorten opeenstapelingen van ongezond gedrag en mentale gezondheidsproblemen bij jongeren. En op de manier waarop dat samenhangt met hun maatschappelijke participatie. Symone Detmar: ‘Vervolgens zijn we in het tweede deel – een kwalitatief onderzoek – op zoek gegaan naar wat jongeren ervan weerhoudt om hun gedrag te veranderen. En hoe de werkwijze van de jeugdgezondheidszorg aansluit bij deze problematiek.”
2.500 jongeren onderzocht
Het eerstgenoemde, kwantitatieve onderzoek is onderdeel van het promotieonderzoek van Lisette Wijbenga, onderzoeker bij het Universitair Medisch Centrum Groningen. Ze maakte gebruik van een zeer grote dataset: uit de zogenaamde TRAILS-survey**. Lisette: “We zagen dat de mentale gezondheid in de eerste tienerjaren voorspellend is voor de mentale gezondheid als jongvolwassene.” “Dit onderzoek laat dus het belang zien van aandacht voor jongeren met mentale problemen bij de overgang van de basisschool naar de middelbare school,” vult Symone Detmar aan. “Zij lijken relatief kwetsbaar voor mentale gezondheidsproblemen op latere leeftijd; voor hen zien we mogelijkheden voor preventie gericht op ongezond gedrag en omgaan met stressvolle gebeurtenissen.”
**TRAILS: Tracking Adolescents’ Individual Lives Survey. Een unieke longitudinale studie, die al 20 jaar loopt. Daarin worden 2.500 jongeren, hun ouders en hun docenten elke paar jaar onderzocht. Deze jongeren zijn nu 29. Er is zelfs een TRAILS Next, waarin de kinderen van de TRAILS-jongeren onderzocht worden.
Niet loslaten
Een van de praktijkpartners in dit onderzoek is Yvonne Vanneste van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid (NCJ). “Dankzij dit onderzoek weten we nu dat we kinderen van deze leeftijd die niet lekker in hun vel zitten, goed in de gaten moeten houden. En niet los moeten laten.” Een andere praktijkpartner, Anja van de Berg-Bakker van Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond, onderstreept dit: “Voor ons was dit periodieke jeugdgezondheidszorgonderzoek aan het einde van de basisschool vaak sluitpost op de begroting. En wij zijn vast niet de enige die elk jaar kijken of we het wel of niet kunnen doen. Terwijl nu blijkt dat die controle hartstikke belangrijk is.”
Luisteren, niet oordelen
In het tweede, kwalitatieve deel van dit onderzoek deed onderzoeker Ruben de Ronde, van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), een systematische literatuurstudie van kwalitatief onderzoek naar schooluitval en ging hij met jongeren in gesprek over het thema kwetsbaarheid. Ruben: “Wat ik van jongeren terugzag in verband met kwetsbaarheid en schooluitval: weinig zelfvertrouwen én een gebrek aan vertrouwen in de jongere door anderen. Het tonen of uitspreken van vertrouwen kan de situatie doorbreken. Hierbij is van belang dat voor adolescenten kwetsbaarheid vooral zit in het moment waarop ze zich blootgeven. Daarom is het ontzettend belangrijk dat degene bij wie ze aankloppen, iemand is die vertrouwen geeft, die naar hen luistert en niet te snel oordeelt.”
Reflectietool
Ter afsluiting van het onderzoek werden door TNO en het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid (NCJ) alle uitkomsten van het project vertaald in een reflectietool ‘Jongeren in de JGZ’ voor professionals in jeugdgezondheid. Symone: “De tool biedt inspiratie en roept op tot reflectie op basis van kennis over mechanismen achter kansenongelijkheid en ervaringen en wensen van jongeren op dat vlak. De reflectietool kan JGZ-organisaties helpen om te reflecteren op de eigen manier van werken en na te denken over doorontwikkeling.”
Meer informatie vindt u hier.
Wilt u contact met (een van de) onderzoekers? Mail dan naar contact@nwa-jeugd.nl
Wetenschappelijke publicatie Lisette Wijbenga.
Hier vindt u de compacte eindpublicatie van het complete onderzoeksprogramma ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’, waarmee de NWA-route Jeugd vier jaar geleden van start ging en waar dit onderzoeksproject deel van uitmaakt.